
De velduil is iets groter en gedrongener dan de ransuil en heeft ook langere vleugels. De oorpluimen zijn erg klein en meestal niet zichtbaar. De velduil heeft een duidelijke bruinig witte gezichtssluier. Bovenzijde zwartbruin en roomkleurig gevlekt. De onderkant is licht gelig bruin, keel en borst met zwartbruine lengtestrepen. Vleugels en staart roest geel met smalle, donkere bandenring. De vleugels zijn aan de onderzijde witachtig met zwarte uiteinden en een donkere vlek aan de boeg. Snavel zwart met een lichte punt. De poten en tenen zijn dicht wit bevederd met zwarte nagels. De ogen geel met een zwarte oogring. Het vrouwtje dito gekleurd, maar vaak iets donkerder en zwaarder.
Gedrag
Velduilen zijn zowel overdag als ‘s nachts actief en buiten de broedtijd echter voornamelijk in de schemering. Ze jagen gewoonlijk laag vliegend boven hun territorium. Vanaf maart voeren de mannetjes baltsvluchten uit boven hun territorium om dit te markeren. Zij stijgen daarbij tot aanzienlijke hoogten en cirkelen daar op buizerdachtige manier op de thermiek rond en laten hun territoriumzang horen.
Voortplanting
De velduil bouwt als enige Europese uilensoort zelf een nest. Het vrouwtje maakt tussen heide-, moeras- of toendravegetatie een kuil, die ze bekleedt met een 2 cm dikke laag gras of fijne twijgjes. Broedtijd van de velduil is van april tot mei. Grootte van het nest 4 tot 8 eieren, broedduur 24 tot 28 dagen, nestperiode jongen 12 tot 17 dagen. Alleen het vrouwtje broedt, vanaf het eerste ei. Beide partners verdedigen hun broedsel door heftig aan te vallen. Velduilen leven monogaam, per seizoen zoeken zij een nieuwe partner.
Geluid
Geluid van de velduil. Bij opwinding of gevaar ‘tjerrp’ of keffend ‘ke kew’.; territoriumzang van het mannetje acht tot twintig keer herhaald ‘boe-boe-boe…’, in afwisselend tempo. Jongen van een velduil bedelen met een langerekt, snurkend ‘kschieja’.
Voedsel
De velduil voedt zich hoofdzakelijk met woelmuizen en lemmingen, maar ook met kleine vogels.
Sommige mensen hebben, evenals vleermuizen of uilen, betere ogen voor de duisternis dan voor het licht.
Charles Dickens
Habitat
Moerassen, vochtige weiden, verlandingszones, toendra, duinen.
Verspreiding
Van Europa (met uitzondering van Spanje en Ierland) door geheel gematigd Azië oostwaarts tot Kamtsjatka, Noord- en Zuid-Amerika, Hawaii. In Nederland broeden de meeste velduilen op de Waddeneilanden, Lauersmeer, Friesland en IJsselmeerpolders. Men schat het aantal velduilen op 100 tot 200 broedparen.
Vlucht
Het vliegbeeld van de velduil is gekenmerkt door de smalle, lange vleugels en de dikke kop. Typische zwakke en schommelende vlucht.