
Het Harig wilgenroosje bloeit van juni tot september. Kenmerkend voor deze tot 1,2 m hoge plant is de dichte beharing. De tegenoverstaande bladeren zijn langwerpig. Ook bij dit wilgenroosje staan de roze kroonbladeren ingeplant op een opvallend dun, steelvormig vruchtbeginsel, dat zich later tot een doosvrucht ontwikkelt. De bloemkroon van het Harig wilgenroosje is geheel regelmatig.
Voorkomen
Het harig wilgenroosje komt vaak massaal langs oevers en in sloten voor. Het harig wilgenroosje is tamelijk algemeen aanwezig.
Bijzonderheden
Ondanks de naam zijn wilgenroosjes helemaal niet met echte rozen verwant. Net als het eigenlijke Wilgenroosje vormt ook het Harig wilgenroosje omvangrijke bestanden door middel van dikke, ondergrondse uitlopers. De pluizige zaadjes worden door de wind verspreid.
Vergelijkbare soorten
Sierlijker en minder dicht behaard zijn de Moerasbasterdwederik (Epilobium palustre) en de Bleke basterdwederik (Epilobium roseum); de laatste heeft gesteelde bladeren. Epilobium dodonaei is een soort uit de lagere delen van de Alpen.
Kenmerken
De behaarde bladeren zijn tegenoverstaand en omvatten met de voet de stengel. De kelkbladeren zijn groen. De bloemen van Epilobium dodonaei hebben zachtroze kroonbladeren. De stengelbladeren zijn zeer smal.