
De gele dovenetel heeft goudgele, tweelippige bloemen aan een rechtopstaande stengel. De bloemen staan in kransen in de oksels van de tegenoverstaande, brandnetelachtig getande bladeren. De brandharen komen bij dovenetels echter niet voor. De plant wordt ongeveer 30 – 50 cm hoog en kan zich via uitlopers vermeerderen. De vierkantige stengel is vooral bij de voet aan alle zijden of alleen op de ribben afstaand behaard.
Bloeitijd gele dovenetel

De gele dovenetel bloeit in de maanden juni en juli.
Voorkomen
Deze dovenetel groeit vrij zeldzaam in loofbossen.
Bijzonderheden
De plant blijft in zachte winters vaak groen. Gele dovenetel bloeit pas in het tweede of derde levensjaar. De stengels vallen vaak om en wortelen dan gemakkelijk op de knopen. Zo kan hij op beschaduwde plaatsen snel flinke oppervlakten in beslag nemen. In tuinen wordt een vorm met grote, zilverwitte vlekken op de bladen veel gekweekt. Deze vorm verwildert gemakkelijk en is in onze bossen algemener dan de wilde vorm.
Vergelijkbare soorten
In de Midden-Europese gebergten vindt je de bleekgele dovenetel (Galeobdolon flavidum), met een meestal vertakte stengel.
Kenmerken gele dovenetel

Van alle planten met brandnetelachtige bladeren heeft alleen de gele dovenetel gele bloemen. Deze plant kan zich sterk uitbreiden in matig vochtige loofbossen.
gele dovenetel
heel leuk 😆