
D e nevelzwam is een typische herfstpaddenstoel. De nevelzwam komt van september tot november algemeen voor in Nederland en België. Vooral in naaldbossen en loofbossen. Deze paddenstoel komt vaak in groepen voor en vormt heksenkringen. De zurige geur en de gemakkelijk van de hoed loslatende lamellen zijn goede kenmerken van de vaak massaal optredende nevelzwam. Een betrouwbaar kenmerk van de nevelzwam zijn de dicht opeen staande broze lamellen die men gemakkelijk van het hoedvlees kan lospeuteren.
Kenmerken
- Hoed
De lichtgrijze of askleurige vlezige hoed houdt lang een omgerolde rand, eerst halfbolvormig, spreidt hij zich later vlak uit en wordt dan tot 15 cm breed. Het oppervlak van de hoed voelt droog aan.
- Lamellen
De witte tot bleek roomgele lamellen van de nevelzwam lopen langs de steel af.
- Steel
De door en door vlezige, bij oudere exemplaren sponsachtige steel is aan de voet vaak iets verdikt of knotsvormig. Hij is grijsbruin, met overlangse vezelstructuur.
- Vlees
Het zurig geurende vlees van de nevelzwam is witachtig van kleur.
Bruikbaarheid
De zwam is na goed koken eetbaar maar niet iedereen kan ertegen. Vooral jonge vruchtlichamen leiden vaak tot maagklachten en darmklachten. Onervaren verzamelaars moeten goed op de kenmerken letten om verwarring met giftige soorten te vermijden.
Vergelijkbare soorten
Een giftige dubbelganger is de giftige satijnzwam, hoewel die goed smaakt en aangenaam naar meel geurt, veroorzaakt hij zware darmstoornissen, hij heeft geelachtige bij oude zwammen roze lamellen.