
Het vruchtlichaam heeft het uitzicht van een onregelmatige pannenkoek: rond tot ovaal, vlezig, 2 tot 10 mm dik en een geelwitte, ovaal gelobde buitenste groeirand. De huiszwam kan uitgroeien tot een vlek van meer dan 1 meter doorsnee. Het bovenvlak is roest tot roodbruin met grillige weefselstructuur. Het vruchtlichaam wordt gevoed via 5 tot 8 mm dikke en tientallen cm lange strengen. De huiszwam is niet eetbaar. Ideale luchttemperatuur voor het vruchtlichaam is 17 – 22 graden.
Sporen huiszwam
Het sporenstof van de huiszwam is roodbruin tot bruingeel. Spoortjes cilindrisch gebogen met een glad oppervlak.

Standplaats
De huiszwam is veel te vinden in leegstaande gebouwen, krotwoningen en oude panden, op muren, plafonds en balken. Deze zwam heeft een voorliefde voor vochtige, slecht verluchte ruimtes. De huiszwam leeft ook onder parketvloeren die onvoldoende van het grondvocht zijn afgeschermd. Het vruchtlichaam kruipt over hout, steen, beton of ijzeren constructies.
Bodem
Dood hout dat 20 tot 30% vocht bevat. Alleen eikenhout en harde tropische houtsoorten worden gemeden.

Verwante soorten
Een ander frequent in huizen levende zwam is de kelderzwam (Coniophora arida). Een kwaaie klant van bewerkt hout.
Bijzonderheid
Een desastreuze kostganger onder een bewoond dak. De aanwezigheid van de huiszwam in te renoveren panden dient professioneel aangepakt te worden. Schimmeldodende producten die de onzichtbare myceliumdraden doden, leveren niet altijd resultaat. Aangetast, bros geworden hout, moet je volledig verwijderen en/of vervangen. Bovenal dient de voedingsbron (vocht door lekkende dakgoot, gat in dak, onvoldoende verluchting) ongedaan gemaakt te worden.