
D e grauwe abeel wordt beschouwd als de natuurlijke hybride van de witte abeel en de ratelpopulier. Net als deze vormt hij wortelopslag. De boom kan ongeveer 150 jaar oud worden. Er bestaan overgangsvormen naar de witte abeel en de ratelpopulier. De bladeren van de grauwe abeel zijn minder sterk gelobd dan bij de witte abeel, ook aan lange loten, en ook van onderen minder behaard, maar in veel gevallen is het onderscheid aan de hand van alleen de bladeren niet te maken. Van de ratelpopulier verschilt hij door de tenminste in de jeugd grijsviltige bladeren en knoppen.
Habitus:
Deze boom groeit tot 38 meter hoog.
Bladeren
De bladeren zijn zeer veranderlijk van vorm en grootte, 4- l0 (-15) cm lang aan korte loten rondachtig tot eirond, niet gelobd, grof en stomp getand, aan lange loten min of meer duidelijk gelobd. Bladonderzijde grijsviltig, op den duur verkalend.
Bloemen
De bloemen zijn zoals bij de witte abeel, katjes tot 10 cm lang. Katjesschubben gewimperd, met korte, onregelmatige tanden. Bloeit van maart tot april.
Vruchten
De vruchten zijn als bij de witte abeel, kleine doosvruchten in hangende trossen; zaden zeer klein. De vruchten zijn te vinden van mei tot juni.
Schors
Net als bij de witte abeel geeft de grauwe abeel een lichtgrijs, lang glad blijvend, met grote, ruitvormige lenticellen, schors later donkergrijs, dik, met diepe overlangse spleten.
Verspreiding
De grauwe abeel komt voor in Midden- & Zuid- oost-Europa, West-Azië.
Standplaats
De grauwe abeel is te vinden in ooibossen en in grote rivierdalen.