
O ndanks de naam: ‘blinde bij’ denk je meteen aan een bij maar alles aan deze Nederlandse naam is onjuist, de blinde bij is een zweefvlieg en is helemaal niet blind. De naam komt waarschijnlijk voort uit het feit dat deze soort wel erg op een bij lijkt, maar niet kan steken. De blinde bij heeft volledig doorzichtige vleugels, in tegenstelling tot andere Eristalis soorten, die in het midden van de vleugels een donkere vlek hebben.

Uiterlijk
Dit 1,5 – 2 cm lange insect lijkt wat bouw en kleur betreft op een bij, maar heeft slechts twee vleugels in plaats van vier, zoals een bij. Het tweede segment van het achterlijf vertoont aan de zijkanten een grote , oranjegele vlek.
Levenswijze
Vaak zitten blinde bijen in grote aantallen op bloemen om nectar op te zuigen. Na de bevruchting leggen de wijfjes hun eitjes bij voorkeur aan de rand van mestputten, mesthopen, rioolslib en water met sterke organische verontreiniging.
Verspreidingsgebied
Blinde bijen zijn cultuurvolgers en komen overal voor waar mensen wonen. Ze zijn van het voorjaar tot in de herfst te vinden, laat in de zomer vooral in stallen, op mesthopen en bij waterzuiveringsinstallaties.
Ontwikkeling
De zwartbruine larven van de blinde bij, die in vochtig afval leven, zijn aan de buitenkant gerimpeld. Ze zijn maximaal 2,5 cm lang en hebben aan het eind van het lichaam een lange adembuis – vandaar de naam ‘ rattenstaartlarve ‘ – die ze als een soort snorkel omhoogsteken naar het wateroppervlak. Na de overwintering in natte grond volgt de verpopping. De gedaanteverwisseling vindt plaats in de laatste, hard geworden huid van de larve, waarna het volwassen insect uitkomt.
Bijzonderheden
Doordat de larven van de blinde bij voedingsstoffen uit verontreinigd water filteren, leveren ze een bijdrage aan de zuivering van afvalwater.