
Deze vlinder, het bont zandoogje heeft een afmeting van 32 tot 42 mm. De hoofdkleur van het bont zandoogje is donkerbruin. De voorvleugels hebben een donkere oogvlek, terwijl de achtervleugels drie oogvlekken vertonen.
Biotoop
Het bont zandoogje vind je langs bosranden, open plekken in het bos (zowel bij loofhout als naaldhout), in tuinen en in bosrijke omgeving.
Verspreiding
In onze streken is het bont zandoogje een algemeen voorkomende vlinder. In Europa: met uitzondering van Noord-Scandinavië komt het vrij algemeen voor.
Waardplanten
Op verschillende soorten, grasachtige planten waaronder gevinde kortsteel, pijpenstrootjes en duinriet. Daarnaast ook op zeggesoorten waaronder boszegge.

Rups
De rups van het bont zandoogje is tot 30 mm groot. Het lijf van deze rups is helder groen met een donkerder groene ruglijn die afgezet is met lichter groen. De rug van deze rups helemaal bedekt met korte, witte haartjes. De uitstekende anale puntjes zijn kort en bleek groen. De rups groeit gedurende de hele zomer. Er zijn snelgroeiers en trage groeiers. Overwintert, verscholen in graspollen, vooral als pop maar ook overwintering van halfwas rups komt voor.

Overwintering
Het Bont zandoogje overwintert als pop.
Vliegtijd
februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober. In twee generaties en bij warme zomers zelfs drie.
Wetenswaardigheden
Het bont zandoogje heeft een voorkeur voor schaduwrijke plaatsen die afgewisseld worden door zonnige gedeelten. Het vliegt traag langs bosranden en hagen. Het voedt zich ook met het sap van ‘bloedende’ bomen.
Tips
De vlindertuin kan aan de achterkant omzoomd worden met hagen van bijvoorbeeld beuk of haagbeuk, waar deze vlinders graag traag rondvliegen.